Jan van der Aa over behandelaanpak

“Van doffe ellende naar de kick van klein succes”

Alle verhalen en problemen heeft hij al voorbij zien komen. Maar nog steeds wordt hij wildenthousiast van de successen die zijn cliënten boeken. Jan van der Aa is verslavingsbehandelaar. Hoe krijgt hij zijn cliënten uit de verslaving?  

Welke verslavingen behandel je? 

“Ik begeleid vooral wat oudere cliënten met een alcohol- of heroïneverslaving, maar af en toe ook jongeren, bijvoorbeeld een 16-jarige havo-scholier met een telefoonverslaving.  Ik behandel mensen op de polikliniek, of kom bij de mensen thuis.” 

Wat vind je het mooiste aan je werk? 

“Werken in de zorg voelt als thuiskomen. Ik mag in mijn werk echt de diepte in met wat mensen hebben meegemaakt. Door te luisteren en door te kijken naar hoe ze zich gedragen, heb ik snel door wat iemands draagkracht is, en waar hun sterke kanten zitten.  

Ik laat cliënten hun eigen kracht weer ontdekken. Die gebruik ik bij het werken aan herstel, door te zeggen: “Je hebt ooit bepaalde successen geboekt omdat je zo vasthoudend bent. Gebruik die eigenschap nou eens om te werken aan je doelen.” Mensen die dat kunnen, noem ik ‘pitbull-cliënten’. Mensen die zich iets voornemen, zich erin vastbijten, en dat het dan gewoon lukt. 

Het verhaal van Don is hier een mooi voorbeeld van. Hij is ex-heroïneverslaafd. Ik begeleid hem al heel lang, en ik vind het echt heel bewonderenswaardig hoe hij altijd een zonnige, positieve kijk op de wereld heeft, ondanks alle ellende die hij voor zijn kiezen heeft gehad. Hij is succesvol afgekickt van heroïne. Dat hem dat is gelukt, daar kan ik echt van genieten.” 

Hoe behandel je een verslaving? 

“Het is voor de meeste cliënten meestal lang geleden dat ze succes hebben geboekt. Ze hebben vooral verlieservaringen meegemaakt: werk verloren, een woning kwijtgeraakt, relaties kapot zien gaan: hun leven is op een gegeven moment een kaartenhuis dat instort. Alles is doffe ellende. 

We werken als behandelaars daarom op alle leefgebieden: verslaving, wonen, werken, dagbesteding, sociale vaardigheden, financiën, relaties, vrienden en familie. Het heeft namelijk geen zin om je alleen op de verslaving te focussen, als je de rest van de problemen niet aanpakt.”  

Hoe begeleid je mensen bij een terugval? 

“Een terugval hoort helaas bij een verslaving. Maar dat betekent niet dat je dan meteen terug bij af bent. Ik zie vaak dat cliënten een schuldgevoel krijgen van een terugval. Dan gaan ze juist weer meer gebruiken, en zitten ze weer in die spiraal naar beneden. Ik laat dan zien dat ze die pitbullmentaliteit nog steeds in zich hebben, en zeg: “Kom op, je weet dat je het kunt, dus dat betekent niet dat je jezelf gelijk weer klem moet zuipen.“ “ 

Lukt dat altijd zo goed?  

“Nee, niet altijd. Soms lukken de eerste stapjes van het afkicken niet eens. Dan moet je snel de doelen verlagen, om te voorkomen dat mensen niet teleurgesteld raken dat het wéér niet lukt om een doel te bereiken. En soms zit het er gewoon niet meer in dat het beter gaat. Vroeger dacht ik dan nog wel ’s: ik doe het niet goed. Maar dat heb ik losgelaten.”  

Vaak is een behandeling wél succesvol. Wat is je aanpak? 

“We werken met de CRA-methodiek. Die methodiek is uitgebreid onderzocht, en bewezen succesvol. Het houdt in dat je op alle leefgebieden werkt, uitgaat van de kracht van de cliënt, en dat je werkt met meetbare, kleine tussendoelen. Heeft een cliënt bijvoorbeeld interesse in dagbesteding? Dan zeg ik: “Als je je nou eerst eens inschrijft bij welzijnsorganisatie Caleidoz. Dan kijken we volgende week of dat is gelukt.” Zo ja, dan heeft de cliënt al een succes geboekt en kijken we naar het volgende kleine tussendoel. Zo nee, dan kijken we wat de obstakels zijn, en hoe we ervoor kunnen zorgen dat het de cliënt de volgende week wél lukt.  

Ik vind het verder belangrijk dat mensen gaan sporten en gaan bewegen. Desnoods ga ik mee naar de sportschool. Ze zitten beter in hun vel door de endorfines die ze tijdens het sporten aanmaken, en ze krijgen er zelfvertrouwen door. Door dat zelfvertrouwen is het vervolgens makkelijker om de drank en drugs te laten staan.  

Inherent aan verslaving is controleverlies. De cliënt voert daarom zelf de regie over zijn behandeling. Ze kiezen zelf: op welk moment ga je helemaal stoppen met drinken? Wil je dat met of zonder medicatie doen? Zodra ze zelf hun doelen kiezen en weer controle krijgen over dingen die ze zich voornemen, gaan ze vooruit. Cliënten vinden het een kick als ze merken dat er eindelijk weer eens iets lukt in hun leven.”